Vertalingen gevangen zetten NL>DE
gevangen zetten (ww.) | einpferchen (ww.) ; einschließen (ww.) ; einsperren (ww.) ; festsetzen (ww.) ; gefangenhalten (ww.) |
het gevangen zetten | der Freiheitsentzug ; die Gefangennahme |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gevangen zetten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: internerenNL: isolerenNL: opsluitenNL: opsluiting